Het wordt zijn tiende
en laatste editie. Pierre Audi neemt afscheid van het Holland Festival. De
artistiek directeur had 'een happy tijd', maar kende ook frustraties.
De lievelingen van
Pierre. Die typering zoemt rond over de 67ste editie van het Holland
Festival. Nog één keer zou Pierre Audi de kans willen grijpen om zijn favoriete
kunstenaars aan het Nederlandse publiek te tonen. Op de suggestie moet hij even kauwen. Voor een gastregie bij
English National Opera verblijft Pierre Audi (56) in Londen. Een campingbedje
en een babybadje verraden dat dochter Sophia (1) binnenkort haar papa bezoekt.
'Muziek van Claude Vivier zit er anders niet in', kaatst Audi
terug. 'Maar ik geef toe: op de valreep wil ik nog een paar dromen realiseren. Het
idee voor een project rond de componist Luigi Nono had ik al in de jaren
tachtig. Ik zie ons nog rondstruinen in de Londense wijk Islington, op zoek naar
locaties voor een festival. Korte tijd later was hij dood.'
Meer nog dan zijn lievelingen, vervolgt Audi, weerspiegelt zijn
sloteditie de programmatische keuzes van tien jaar. Veel muziektheater. Een fraai
theateraffiche, met namen als Elfriede Jelinek en Peter Brook. Pop en
wereldmuziek. De cinemaklassieker Napoléon
voor een paar duizend man in de Ziggo Dome. Danscoryfeeën als William Forsythe
en Anne Teresa De Keersmaeker. 'Voor mijn afscheidseditie heb ik teruggrepen op de
oorspronkelijke betekenis van het woord festival: feest.'
Wat maakt Vortex
Temporum van De Keersmaeker tot de ideale openingsvoorstelling?
'Er zijn twee manieren om een festival te beginnen: met
vuurwerk, of met stilte. Deze aflevering bevat al zoveel spektakel, dat ik wilde
beginnen vanuit de stilte. Vortex Temporum
is een van de mooiste dansvoorstellingen die Anne Teresa ooit heeft gemaakt. Ze
legt de partituur van Gérard Grisey als het ware open. Ze plaatst de musici op
het toneel en visualiseert hun lijnen. Het is meteen ook een statement dat het
Holland Festival de kunsten wil verbinden.'
In 2005 volgde u Ivo
Van Hove op. Wat voor festival trof u aan?
'Het toenmalige bestuur had getracht het om te vormen tot
een theaterfestival, maar dat bleek niet te werken. Mij leek het onzin een festival
te willen maken zonder muziek en muziektheater. Die genres vormen vanaf de beginjaren
het hart. Bij het programmeren stelde ik mezelf steeds de vraag: wat kan ik
toevoegen aan de Nederlandse cultuur; welke interessante kunstenaars kan ik
introduceren; waar vind ik voorstellingen die het publiek anders niet ziet.'
De eeuwige kritiek
luidt dat het Holland Festival elitair is.
'Ik ben er juist trots op dat ik dat label voor een deel heb
kunnen wegpoetsen. Ik heb popmuziek een plaats gegeven, heb legendarische
Arabische zangeressen als Fairoez voor het eerst naar Amsterdam gehaald. Verder
heb ik populaire grotezaalproducties geïntroduceerd, zoals dit jaar War Horse in Carré, een voorstelling die
note bene wordt ondersteund door de VandenEnde Foundation. Tegelijkertijd vind
ik dat het label 'elitair' nooit helemaal mag verdwijnen. Een Holland Festival moet
cutting edge zijn en werken met
pittige contrasten, anders wordt het saai.'
Ongetwijfeld waren er in
die tien jaar ook frustraties.
'Ik had gehoopt meer eigen producties te kunnen programmeren.
Geld was het probleem. Per productie betaal je algauw een half tot één miljoen euro,
dat is fors op een budget van vier miljoen. Ik stond voor de keuze: wil ik rijk
programmeren, zoals dit jaar, of aanmerkelijk kleinere edities maken. Om het
feestelijke aspect te behouden, heb ik gekozen voor diversiteit. Tegelijk heb
ik het aantal coproducties met instellingen in binnen- en buitenland flink opgevoerd.'
Had het festival te
lijden onder de bezuinigingen op cultuur?
'Ik kreeg 12 procent minder te besteden, dat is veel.'
Toch zocht u daarover nooit
de publiciteit.
'Dat soort spelletjes moet een artistiek directeur niet willen
spelen. Met schreeuwen en ingezonden brieven schrijven verlies je alleen maar
tijd. Ik stop mijn energie liever in meer inventiviteit. Hoe laat ik het festival
ondanks alles floreren? Dat is het enige statement dat ik kan maken.'
U heeft geregeld ook
Pierre Audi geprogrammeerd.
'Het feit dat ik operaregisseur ben, heeft de programmering inderdaad
sterk beïnvloed. Dat vind ik het voordeel van een kunstenaar-directeur: hij kan
zelf gezichtsbepalende voorstellingen maken. Neem het genre van de mise-en-espace: met minimale middelen heb ik nieuwe opera's gepresenteerd, zoals L'amour de loin van Kaija Saariaho en Passion
van Pascal Dusapin. Misschien heb ik als kunstenaar ook een verfijnder gevoel voor
de totale enscenering van een festival. Daar ben ik altijd streng op geweest. Het
besef dat je een bepaalde voorstelling niet op zondag moet programmeren, maar
op vrijdag. Dat je om die reden een andere voorstelling moet verplaatsen. En
dat je daarmee meteen het tempo van de recensies regisseert, zodat je festival voortdurend
in de publiciteit blijft.'
Uw opvolgster, Ruth
Mackenzie, is geen kunstenaar maar een cultuurmanager.
'Die keuze was aan het bestuur. Aanvankelijk was ik
teleurgesteld dat ik het stokje niet kon overdragen aan een kunstenaar. Maar ik
ken Ruth als een dame met een goede smaak en een enorme reputatie. Net als ik
zal ze een balans moeten zien te vinden tussen cutting edge programmeren en een zekere popularisering.'
Waarom stapt u op?
'Met het beschikbare budget had ik nog heel wat edities
kunnen maken, maar dat heb ik al tien keer gedaan. Ik had een happy tijd en zal
het enorm missen.'
Laat u het festival
met een gerust hart achter?
'Ach, ik ben weleens eerder ergens vertrokken. Het Almeida
Theatre in Londen ging een heel andere kant op, maar het bestaat nog steeds –
en met succes.'
Waar in de
festivalwereld zien we u terug?
'Ik hoop ooit nog eens een kleine, zelfproducerende instelling
te leiden. Misschien richt ik er zelf wel een op. Maar voorlopig heb ik nog gewoon
mijn baan als artistiek directeur van De Nationale Opera.'
En bent u beschikbaar als
freelance regisseur.
'Met die beperking dat ik voor het kalenderjaar 2015 geen nieuwe
regies heb aangenomen. Ik ben vader geworden en mijn gezin verdient meer tijd.
Maar ik ken mezelf. Vroeg of laat gaat het kriebelen en denk ik: what next?'
De opvolgster: Ruth Mackenzie
'Ik ben heel blij en zeer vereerd dat ik Pierre Audi – een
van mijn helden – mag opvolgen in een van de beste festivalbanen ter wereld.' Zo
sprak Ruth Mackenzie (56) vorig jaar, toen ze werd geïntroduceerd als de nieuwe
artistiek directeur van het Holland Festival. Daarna deed ze er het zwijgen toe,
de Britse geeft pas interviews als ze haar functie officieel heeft opgepakt. Haar
curriculum vitae vormt een routekaart van het Britse cultuurleven. Mackenzie
was directeur van Scottish Opera en het Nottingham Playhouse. Ze werkte bij het
Chichester Festival Theatre en het Manchester International Festival. Bovendien
was ze de stuwende kracht achter het uitgebreide cultuurprogramma dat in Londen
de Olympische Spelen van 2012 begeleidde. Een Britse krant schreef over Ruth Mackenzie:
'Met haar chique zwarte outfits en avant-gardehaar lijkt ze weggelopen uit een
schilderij van Otto Dix, of een productie van Alban Bergs Lulu.'
VPRO-Gids nr. 20, 17 mei 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten